maansopgang
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Pronunciation
[edit]- Hyphenation: maans‧op‧gang
Noun
[edit]maansopgang m (plural maansopgangen)
- moonrise
- We keken naar de maansopgang vanaf het strand. ― We watched the moonrise from the beach.
- De maansopgang is het beste moment voor sommige rituelen. ― The moonrise is the best time for some rituals.
- Tijdens de maansopgang zat het paar aan het meer. ― During the moonrise, the couple sat by the lake.