luiertijd
Appearance
Dutch
[edit]Etymology 1
[edit]From luier (“diaper”) + tijd (“time, period”).
Noun
[edit]luiertijd m (plural luiertijden, diminutive luiertijdje n)
Etymology 2
[edit]From luieren (“to idle”) + tijd (“time, period”).
Noun
[edit]luiertijd m (plural luiertijden, diminutive luiertijdje n)
- a pleasant period of time in which no work or study has to be done; vacation