kruisgewelf
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From kruis (“cross”) + gewelf (“vault”).
Pronunciation
[edit]Audio: (file)
Noun
[edit]kruisgewelf n (plural kruisgewelven, diminutive kruisgewelfje n)
From kruis (“cross”) + gewelf (“vault”).
Audio: | (file) |
kruisgewelf n (plural kruisgewelven, diminutive kruisgewelfje n)