korte broek

Dutch

Etymology

inflection of kort 'short' + broek 'trousers, breeches, pants'

Noun

korte broek f (plural korte broeken, diminutive kort broekje n)

1. a pair of shorts (not undershorts)

   Een broekje of broekvent(je) heet zo omdat kleine jongens traditioneel een korte broek dragen

   An immature knave is called [in Dutch] broekje or broekventje because small boys traditionally wear shorts

Synonyms

• short, shorts pl

Antonyms

• lange broek f

Related terms

• onderbroek f
• zwembroek f