Jump to content

kokosmelk

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

First used in 1875.[1]Compound of kokos (coconut) +‎ melk (milk).

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈkoːkɔsˌmɛlk/
  • Audio:(file)

Noun

[edit]

kokosmelk f (plural kokosmelken, diminutive kokosmelkje n)

  1. coconut milk
    • 1875, Pieter Jan Veth, Java, geographisch, ethnologisch, historisch, page 636:
      Het eerste dezer offers heet ngébor-éborri, bestaat uit een brei van rijstmeel, kokosmelk en suiker, en heeft plaats in de tweede maand der dracht.
      The first of these offerings is called ngébor-éborri, consists of a porridge of rice flour, coconut milk, and sugar, and takes place in the second month of pregnancy.

References

[edit]