Jump to content

kniftig

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

(This etymology is missing or incomplete. Please add to it, or discuss it at the Etymology scriptorium.)

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈknɪf.təx/
  • Hyphenation: knif‧tig

Adjective

[edit]

kniftig (comparative kniftiger, superlative kniftigst)

  1. (The Hague) weird, crazy
    • 1978, Martin Schouten, Werk. Vijftig mensen over wat ze nou eigenlijk doen voor de kost en hoe ze daarover denken, De Arbeiderspers (publ.), page 100.
      Nou ja, dan ben je al helemaal kniftig natuurlijk, en dan zat hij boven te eten of weet ik veel wat hij zat te doen en dan zag hij iets gebeuren wat hem niet aanstond.
      (please add an English translation of this quotation)

Declension

[edit]
Declension of kniftig
uninflected kniftig
inflected kniftige
comparative kniftiger
positive comparative superlative
predicative/adverbial kniftig kniftiger het kniftigst
het kniftigste
indefinite m./f. sing. kniftige kniftigere kniftigste
n. sing. kniftig kniftiger kniftigste
plural kniftige kniftigere kniftigste
definite kniftige kniftigere kniftigste
partitive kniftigs kniftigers