keelpijn
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Pronunciation
[edit]Noun
[edit]keelpijn f (plural keelpijnen, diminutive keelpijntje n)
- a sore throat
- Ze kon vandaag niet zingen wegens keelpijn.
- She couldn't sing today because of a sore throat.
- Hij klaagde over hevige keelpijn en kon nauwelijks praten.
- He complained about severe sore throat and could hardly speak.
- Ik heb last van keelpijn en moet veel water drinken om het te verzachten.
- I have sore throat and need to drink a lot of water to soothe it.
- Bij keelpijntjes is het raadzaam om warme thee met honing te drinken.
- For sore throats, it is advisable to drink warm tea with honey.