kankergrappig

Dutch

Etymology

From kanker- +‎ grappig.

Pronunciation

• IPA^(key): /ˌkɑŋ.kərˈɣrɑ.pəx/
• Hyphenation: kan‧ker‧grap‧pig

Adjective

kankergrappig (not comparable)

1. (offensive, Netherlands, slang) fucking funny, fucking hilarious
   • 2007 October 31, Huib de Vries, "Van de ruimte naar de Randstad", Terdege, quoting Trienke speaking about Randstad city-dwellers' speech.

     „Pas zei een meisje dat ze iets kankergrappig vond. […] ”.

     (please add an English translation of this quotation)

   • 2020 February 24, verdict by Rechtbank Overijssel, ECLI:NL:RBOVE:2020:794, quoting evidence from 2017.

     “Het was kankergrappig want die kankerhoer [slachtoffer 1] komt gewoon naar buiten en die heeft gewoon zijn hele wenkbrauw gescheurd gewoon omdat wij hem binnen al hadden geklapt en die mongool die vond het wel een goed plan om het buiten nog een keer te doen. […] ”

     (please add an English translation of this quotation)

Declension

Declension of kankergrappig
uninflected	kankergrappig
inflected	kankergrappige
comparative	—
		positive
predicative/adverbial		kankergrappig
indefinite	m./f. sing.	kankergrappige
	n. sing.	kankergrappig
	plural	kankergrappige
definite		kankergrappige
partitive		kankergrappigs