kamerstuk
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Pronunciation
[edit]Etymology 1
[edit]From kamer (“chamber (of parliament); room”) + stuk (“document, piece”).
Noun
[edit]kamerstuk n (plural kamerstukken, diminutive kamerstukje n)
- (politics) a document treated in (any of the houses of) parliament
- (theater, often diminutive) a short play suitable for being performed in a room or other small venue with a small cast
Etymology 2
[edit]From kamer + stuk, calque of German Kammerstück.
Noun
[edit]kamerstuk n (plural kamerstukken, diminutive kamerstukje n)
- (military, jargon, dated) a piece of artillery [from late 18th c.]
- 2005, Michiel A. G. de Jong, ‘Staat van Oorlog’: wapenbedrijf en militaire hervorming in de Republiek der Verenigde Nederlanden, 1585-1621, Uitgeverij Verloren, page 209:
- Het aangekochte geschut varieerde van kleine steen— en kamerstukken van 600 pond gewicht, die kogels van 1 '/. pond schoten, tot de grote stukken van 6.000 pond gewicht voor kogels van 38 pond.
- (please add an English translation of this quotation)