jachthaven
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Pronunciation
[edit]Noun
[edit]jachthaven f (plural jachthavens, diminutive jachthaventje n)
- marina (recreational harbour for yachts and small boats)
- De jachthaven was vol met luxe boten. ― The marina was filled with luxury boats.
- Ze legden aan in een kleine jachthaven aan de kust. ― They docked in a small marina on the coast.
- Het jachthaventje was een perfecte plek om te ontspannen. ― The small marina was a perfect place to relax.