inschrijvend

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

inschrijvend

  1. present participle of inschrijven

Declension

[edit]
Declension of inschrijvend
uninflected inschrijvend
inflected inschrijvende
positive
predicative/adverbial inschrijvend
inschrijvende
indefinite m./f. sing. inschrijvende
n. sing. inschrijvend
plural inschrijvende
definite inschrijvende
partitive inschrijvends