ijsthee
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Compound of ijs (“ice”) + thee (“tea”).
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]ijsthee m (plural ijstheeën)
- (chiefly uncountable) iced tea, ice tea [from mid 19th c.]
- 1852, J. J. A. Goeverneur, Landen, steden, volken en menschen. Een panorama in negentien groepen, vol. 1, J. B. Wolters (publ.) page 62.
- Zij koelen al hunne dranken gaarne in ijs af, zijn verzot op de velerlei ijstoebereidingen, die het gansche jaar door langs de straten hunner steden worden uitgevent, en drinken niet alleen ijswater, ijswijn, ijsbier, maar tot zelfs ijsthee, daar zij in plaats van suiker- ijsklontjes in het kopje werpen.
- (please add an English translation of this quotation)
- 1852, J. J. A. Goeverneur, Landen, steden, volken en menschen. Een panorama in negentien groepen, vol. 1, J. B. Wolters (publ.) page 62.