huisbrand
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Pronunciation
[edit]Noun
[edit]huisbrand m (plural huisbranden, diminutive huisbrandje n)
- (uncountable) domestic fuel
- 1947, Hendrik Jakob Keuning, Het Nederlandsche volk in zijn woongebied. Hoofdlijnen van een economische en sociale geografie van Nederland, page 426:
- De onderste veenlagen, meestal laagveen en overgangsveen, leveren huisbrand en aanmaakturf.
- The lowest layers of peat, usually bog peat and transitional peat, provide domestic fuel and peat for lighting fires.
- (countable) residential fire, housefire (disastrous fire in a residence)
- Synonym: woningbrand
- 2012, Randy Singer, Laatste bekentenis:
- ‘Hij en zijn moeder hebben zojuist het leven gelaten bij een huisbrand. […] ’
- ‘He and his mother have just lost their lives in a residential fire. […] ’