Jump to content

hoogleraar

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

Compound of hoog +‎ leraar.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˌɦoːxˈleː.raːr/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: hoog‧le‧raar

Noun

[edit]

hoogleraar m (plural hoogleraars or hoogleraren, diminutive hoogleraartje n)

  1. professor [from late 17th c.]
    De hoogleraar gaf een lezing over kwantumfysica.The professor gave a lecture on quantum physics.
    Ze is hoogleraar in de rechten aan de Universiteit van Amsterdam.She is a professor of law at the University of Amsterdam.

Synonyms

[edit]

Derived terms

[edit]

Descendants

[edit]