Jump to content

honkbal

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From honk +‎ bal, calque of English baseball.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈɦɔŋk.bɑl/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: honk‧bal

Noun

[edit]

honkbal n (uncountable)

  1. baseball (sport) [from ca. 1900]
    • 2009, Wilna Groenenboom, Document Bonaire, page 91:
      Waar toeristen Bonaire vooral bezoeken om er te duiken, zijn de eilanders zelf grote liefhebbers van honkbal en voetbal.
      Whereas tourists primarily visit Bonaire in order to dive, the islanders themselves are avid fans of baseball and football.

Derived terms

[edit]

Noun

[edit]

honkbal m (plural honkballen, diminutive honkballetje n)

  1. baseball (ball)
    • 1996, Henri A. V. M. Stekelenburg, Hier is alles vooruitgang. Landverhuizing van Noord-Brabant naar Noord-Amerika, 1880-1940, Stichting Zuidelijk Historisch Contact, page 155:
      Terwijl de kolonisten in Chinook Onafhankelijkheidsdag vierden, kwam een enorme hagelbui met hagelstenen zo groot als honkballen de gehele oogst vernietigen.
      While the colonists in Chinook were celebrating Independence Day, an enormous hailstorm with hailstones as large as baseballs arrived and destroyed the entire harvest.