herbruikbaar

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From herbruiken +‎ -baar.

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: her‧bruik‧baar

Adjective

[edit]

herbruikbaar (comparative herbruikbaarder, superlative herbruikbaarst)

  1. reusable (able to be used again)

Declension

[edit]
Declension of herbruikbaar
uninflected herbruikbaar
inflected herbruikbare
comparative herbruikbaarder
positive comparative superlative
predicative/adverbial herbruikbaar herbruikbaarder het herbruikbaarst
het herbruikbaarste
indefinite m./f. sing. herbruikbare herbruikbaardere herbruikbaarste
n. sing. herbruikbaar herbruikbaarder herbruikbaarste
plural herbruikbare herbruikbaardere herbruikbaarste
definite herbruikbare herbruikbaardere herbruikbaarste
partitive herbruikbaars herbruikbaarders