groeipijn
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From groeien (“to grow”) + pijn (“pain”).
Pronunciation
[edit]Audio: (file)
Noun
[edit]groeipijn f (plural groeipijnen, diminutive groeipijntje n)
From groeien (“to grow”) + pijn (“pain”).
Audio: | (file) |
groeipijn f (plural groeipijnen, diminutive groeipijntje n)