From Wiktionary, the free dictionary
From God + -s- + vermogen.
godsvermogen n (plural godsvermogens, diminutive godsvermogentje n)
- (informal) a large sum of money; a fortune
- Synonyms: vermogen, fortuin
- Ik ben een godsvermogen kwijt geweest aan mijn boot. ― I spent a fortune on my boat.