gezichtspunt
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Compound of gezicht (“vision, view, face”) + -s- + punt (“point”).
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]gezichtspunt n (plural gezichtspunten, diminutive gezichtspuntje n)
Compound of gezicht (“vision, view, face”) + -s- + punt (“point”).
gezichtspunt n (plural gezichtspunten, diminutive gezichtspuntje n)