Jump to content

gestructureerd

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ɣəˌstrʏk.tyˈreːrt/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: ge‧struc‧tu‧reerd
  • Rhymes: -eːrt

Participle

[edit]

gestructureerd

  1. past participle of structureren

Declension

[edit]
Declension of gestructureerd
uninflected gestructureerd
inflected gestructureerde
positive
predicative/adverbial gestructureerd
indefinite m./f. sing. gestructureerde
n. sing. gestructureerd
plural gestructureerde
definite gestructureerde
partitive gestructureerds

Adjective

[edit]

gestructureerd (comparative gestructureerder, superlative gestructureerdst)

  1. structured

Declension

[edit]
Declension of gestructureerd
uninflected gestructureerd
inflected gestructureerde
comparative gestructureerder
positive comparative superlative
predicative/adverbial gestructureerd gestructureerder het gestructureerdst
het gestructureerdste
indefinite m./f. sing. gestructureerde gestructureerdere gestructureerdste
n. sing. gestructureerd gestructureerder gestructureerdste
plural gestructureerde gestructureerdere gestructureerdste
definite gestructureerde gestructureerdere gestructureerdste
partitive gestructureerds gestructureerders
[edit]