Jump to content

gespijbeld

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

gespijbeld

  1. past participle of spijbelen

Declension

[edit]
Declension of gespijbeld
uninflected gespijbeld
inflected gespijbelde
positive
predicative/adverbial gespijbeld
indefinite m./f. sing. gespijbelde
n. sing. gespijbeld
plural gespijbelde
definite gespijbelde
partitive gespijbelds