geschaatst

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

geschaatst

  1. past participle of schaatsen

Declension

[edit]
Declension of geschaatst
uninflected geschaatst
inflected geschaatste
positive
predicative/adverbial geschaatst
indefinite m./f. sing. geschaatste
n. sing. geschaatst
plural geschaatste
definite geschaatste
partitive geschaatsts