Jump to content

gerantsoeneerd

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

gerantsoeneerd

  1. past participle of rantsoeneren

Declension

[edit]
Declension of gerantsoeneerd
uninflected gerantsoeneerd
inflected gerantsoeneerde
positive
predicative/adverbial gerantsoeneerd
indefinite m./f. sing. gerantsoeneerde
n. sing. gerantsoeneerd
plural gerantsoeneerde
definite gerantsoeneerde
partitive gerantsoeneerds