geprognosticeerd

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

geprognosticeerd

  1. past participle of prognosticeren

Declension

[edit]
Declension of geprognosticeerd
uninflected geprognosticeerd
inflected geprognosticeerde
positive
predicative/adverbial geprognosticeerd
indefinite m./f. sing. geprognosticeerde
n. sing. geprognosticeerd
plural geprognosticeerde
definite geprognosticeerde
partitive geprognosticeerds