Jump to content

geobsedeerd

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

geobsedeerd

  1. past participle of obsederen

Declension

[edit]
Declension of geobsedeerd
uninflected geobsedeerd
inflected geobsedeerde
positive
predicative/adverbial geobsedeerd
indefinite m./f. sing. geobsedeerde
n. sing. geobsedeerd
plural geobsedeerde
definite geobsedeerde
partitive geobsedeerds