genaakbaarheid
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From genaakbaar (“accessible, approachable”) + -heid (“-ness, -hood”).
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]genaakbaarheid f (uncountable)
- accessibility, approachability
- Synonyms: toegankelijkheid, benaderbaarheid
- Antonyms: ongenaakbaarheid, ontoegankelijkheid, onbenaderbaarheid