geluxeerd

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Participle

[edit]

geluxeerd

  1. past participle of luxeren

Declension

[edit]
Declension of geluxeerd
uninflected geluxeerd
inflected geluxeerde
positive
predicative/adverbial geluxeerd
indefinite m./f. sing. geluxeerde
n. sing. geluxeerd
plural geluxeerde
definite geluxeerde
partitive geluxeerds