gelijktijdigheid
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From gelijktijdig + -heid. Compare German Gleichzeitigkeit.
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]gelijktijdigheid f (uncountable)
From gelijktijdig + -heid. Compare German Gleichzeitigkeit.
gelijktijdigheid f (uncountable)