geïrriteerd

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: ge‧ir‧ri‧teerd

Participle

[edit]

geïrriteerd

  1. past participle of irriteren

Declension

[edit]
Declension of geïrriteerd
uninflected geïrriteerd
inflected geïrriteerde
positive
predicative/adverbial geïrriteerd
indefinite m./f. sing. geïrriteerde
n. sing. geïrriteerd
plural geïrriteerde
definite geïrriteerde
partitive geïrriteerds