Jump to content

geïmpliceerd

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

geïmpliceerd

  1. past participle of impliceren

Declension

[edit]
Declension of geïmpliceerd
uninflected geïmpliceerd
inflected geïmpliceerde
positive
predicative/adverbial geïmpliceerd
indefinite m./f. sing. geïmpliceerde
n. sing. geïmpliceerd
plural geïmpliceerde
definite geïmpliceerde
partitive geïmpliceerds