Jump to content

geëxciteerd

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

geëxciteerd

  1. past participle of exciteren

Declension

[edit]
Declension of geëxciteerd
uninflected geëxciteerd
inflected geëxciteerde
positive
predicative/adverbial geëxciteerd
indefinite m./f. sing. geëxciteerde
n. sing. geëxciteerd
plural geëxciteerde
definite geëxciteerde
partitive geëxciteerds