gastenverblijf
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From gast (“guest”) + -en- + verblijf (“home, house”).
Pronunciation
[edit]Audio: (file) - Hyphenation: gas‧ten‧ver‧blijf
Noun
[edit]gastenverblijf n (plural gastenverblijven, diminutive gastenverblijfje n)