erfvijand
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From erf + vijand, calque of German Erbfeind.
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]erfvijand m (plural erfvijanden)
- historical, inherited or sworn enemy [from 16th c.]
- 1568-1574, Godevaert van Haecht, De kroniek van Godevaert van Haecht over de troebelen van 1565 tot 1574 te Antwerpen en elders, "Februarius 1568. 9 Februari 1568", ed. by Rob van Roosbroeck, De Sikkel (publ., Antwerpen, 1929-1930), page 10.
- Ende den conick van Vranckeryck werdt seer gedreycht van 't hof van Borgoengien oft Ducdalbe, als dat men hem sal houden als erfvyant van den conick van Spaengien, so verre hy met den prinsche van Conde ende die van der religie peys maeckt.
- And the king of France is strongly threatened by the court of Burgundy or Duke of Alva, that he will be treated as a sworn enemy of the king of Spain, in case he makes peace with the prince of Condé and the one [the prince] of the [Reformed] religion.
- 1657, Dionysius Sprankhuysen, Vermaninge tot dancbaerheydt, page 13, column b, in Dionysius Sprankhuisen, Opuscula practica, ofte alle de stichtelijke werken, die haar strekken tot een waare Oefeninge der Godsalicheidt voor alle oprechte Christenen, publ. by Joh. Arcerius (Franeker).
- Maer en heeft Godt heden ten dage den selven Machtigen Arm niet uyt-geſtreckt tegen den Spaenſchen Pharao, onſen Erf-Vyant / onſen gheſworen en ghebooren Tyran?
- But has God nowadays not stretched out the same mighty arm against the Spanish Pharao, our sworn hereditary enemy, our sworn and born tyrant?
- 1568-1574, Godevaert van Haecht, De kroniek van Godevaert van Haecht over de troebelen van 1565 tot 1574 te Antwerpen en elders, "Februarius 1568. 9 Februari 1568", ed. by Rob van Roosbroeck, De Sikkel (publ., Antwerpen, 1929-1930), page 10.