enkelgeld
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Pronunciation
[edit]Noun
[edit]enkelgeld n (uncountable)
- (Belgium, money) small change, coins
- 2020 December 4, Kristien Bollen, “Inbrekers gaan aan de haal met geld”, in Het Laatste Nieuws:
- De daders gingen aan de haal met ongeveer een 5 à 600 euro aan enkelgeld.
- (please add an English translation of this quotation)
Synonyms
[edit]- kleingeld
- pasmunt
- potstukken, kleine snossel