Jump to content

efficiënt

From Wiktionary, the free dictionary
See also: efficient

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

Borrowed from French efficient or Latin efficientis.

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)
  • IPA(key): /ˌɛ.fiˈʃɛnt/
  • Hyphenation: ef‧fi‧ci‧ent
  • Rhymes: -ɛnt

Adjective

[edit]

efficiënt (comparative efficiënter, superlative efficiëntst)

  1. efficient

Declension

[edit]
Declension of efficiënt
uninflected efficiënt
inflected efficiënte
comparative efficiënter
positive comparative superlative
predicative/adverbial efficiënt efficiënter het efficiëntst
het efficiëntste
indefinite m./f. sing. efficiënte efficiëntere efficiëntste
n. sing. efficiënt efficiënter efficiëntste
plural efficiënte efficiëntere efficiëntste
definite efficiënte efficiëntere efficiëntste
partitive efficiënts efficiënters

Synonyms

[edit]

Antonyms

[edit]
[edit]

Descendants

[edit]
  • Indonesian: efisien