Jump to content

eensgezind

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From eens +‎ gezind.

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)
  • IPA(key): /ˌeːnsxəˈzɪnt/
  • Hyphenation: eens‧ge‧zind
  • Rhymes: -ɪnt

Adjective

[edit]

eensgezind (comparative eensgezinder, superlative eensgezindst)

  1. unanimous, consentient (sharing the same view)

Declension

[edit]
Declension of eensgezind
uninflected eensgezind
inflected eensgezinde
comparative eensgezinder
positive comparative superlative
predicative/adverbial eensgezind eensgezinder het eensgezindst
het eensgezindste
indefinite m./f. sing. eensgezinde eensgezindere eensgezindste
n. sing. eensgezind eensgezinder eensgezindste
plural eensgezinde eensgezindere eensgezindste
definite eensgezinde eensgezindere eensgezindste
partitive eensgezinds eensgezinders

Derived terms

[edit]