eenheidscirkel
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From eenheid (“unit”) + -s- + cirkel (“circle”).
Pronunciation
[edit]Audio: (file) - Hyphenation: een‧heids‧cir‧kel
Noun
[edit]eenheidscirkel m (plural eenheidscirkels, diminutive eenheidscirkeltje n)