Jump to content

eenduidig

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From een (one) +‎ duiden (to refer to, explain) +‎ -ig (-y), calque of German eindeutig.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˌeːnˈdœy̯.dəx/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: een‧dui‧dig
  • Rhymes: -œy̯dəx

Adjective

[edit]

eenduidig (comparative eenduidiger, superlative eenduidigst)

  1. univocal (having only one possible meaning) [from early 20th c.]

Declension

[edit]
Declension of eenduidig
uninflected eenduidig
inflected eenduidige
comparative eenduidiger
positive comparative superlative
predicative/adverbial eenduidig eenduidiger het eenduidigst
het eenduidigste
indefinite m./f. sing. eenduidige eenduidigere eenduidigste
n. sing. eenduidig eenduidiger eenduidigste
plural eenduidige eenduidigere eenduidigste
definite eenduidige eenduidigere eenduidigste
partitive eenduidigs eenduidigers

Derived terms

[edit]