contactgestoord

Dutch

Etymology

From contact +‎ gestoord.

Pronunciation

• IPA^(key): /kɔnˈtɑkt.ɣəˌstoːrt/

• Audio:

  (file)

• Hyphenation: con‧tact‧ge‧stoord

Adjective

contactgestoord (comparative contactgestoorder, superlative contactgestoordst)

1. reclusive, socially-awkward

Declension

Declension of contactgestoord
uninflected	contactgestoord
inflected	contactgestoorde
comparative	contactgestoorder
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		contactgestoord	contactgestoorder	het contactgestoordst het contactgestoordste
indefinite	m./f. sing.	contactgestoorde	contactgestoordere	contactgestoordste
	n. sing.	contactgestoord	contactgestoorder	contactgestoordste
	plural	contactgestoorde	contactgestoordere	contactgestoordste
definite		contactgestoorde	contactgestoordere	contactgestoordste
partitive		contactgestoords	contactgestoorders	—