Jump to content

buitenboord

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology 1

[edit]

Univerbation of buiten +‎ boord.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˌbœy̯.tə(n)ˈboːrt/
  • Hyphenation: bui‧ten‧boord

Adverb

[edit]

buitenboord

  1. outboard

Noun

[edit]

buitenboord m (plural buitenboords)

  1. (Suriname, Netherlands) an outboard motor
    Synonym: buitenboordmotor
  2. (Suriname) a boat with an outboard motor
    • 1970 June 18, "Minister naar Corantijn", Vrije Stem, page 4, taken from De Nickeriaan.
      Indien en mogelijk zal tot de Kabalebo worden door gevaren[sic] met de Wakara", waarna per buitenboord de reis zal worden voortgezet tot aan de Avanaverovallen.
      (please add an English translation of this quotation)

Descendants

[edit]
  • Caribbean Javanese: bètenbor

Etymology 2

[edit]

Compound of buiten +‎ boord.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈbœy̯.tə(n)ˌboːrt/
  • Hyphenation: bui‧ten‧boord

Noun

[edit]

buitenboord m (plural buitenboorden)

  1. an outer border, an outer rim