boterachtig

Dutch

Etymology

From boter +‎ -achtig.

Pronunciation

• IPA^(key): /ˈboː.tərˌɑx.təx/

• Audio:

  (file)

• Hyphenation: bo‧ter‧ach‧tig

Adjective

boterachtig (comparative boterachtiger, superlative boterachtigst)

1. buttery

   Synonyms: vet, zacht

Declension

Declension of boterachtig
uninflected	boterachtig
inflected	boterachtige
comparative	boterachtiger
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		boterachtig	boterachtiger	het boterachtigst het boterachtigste
indefinite	m./f. sing.	boterachtige	boterachtigere	boterachtigste
	n. sing.	boterachtig	boterachtiger	boterachtigste
	plural	boterachtige	boterachtigere	boterachtigste
definite		boterachtige	boterachtigere	boterachtigste
partitive		boterachtigs	boterachtigers	—