boeie

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search
See also: Böie

Afrikaans

[edit]

Noun

[edit]

boeie

  1. plural of boei

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈbui̯ə/
  • Audio:(file)

Verb

[edit]

boeie

  1. (dated or formal) singular present subjunctive of boeien

Interjection

[edit]

boeie

  1. (nonstandard) Slang spelling of boeien
    • 2014, Kasper van Kooten, Karakters: cabaroman, Singel Uitgeverijen, →ISBN, page 68:
      Ze hoopt vurig dat het haarzelf nooit is overkomen: dat zij als enige iets niet wist. Maar ja, dan wist ze het toch niet dus: boeie!
      She hopes intensely this never happened to her: to be the only one who doesn't know something. But then again, in that case she didn't know anyway so: whatev!
    • 2014, Lydia Rood, Ali's oorlog, WPG Kindermedia, →ISBN, page 19:
      Zodra Ali en de anderen binnen zijn, gaat Yessin onder de camera staan, zodat de deuren open blijven. 'Hé, jongen. Ga daar eens weg. Het tocht hier.' 'Boeie.'
      As soon as Ali and the others are inside, Yessin positions himself below the sensor, so the doors remain open. 'Hey, boy. Get out of there. I'm feeling a draft.' 'Whatev.'
    • 2015, Ryan Gattis, Zes dagen, Singel Uitgeverijen, →ISBN, page 32:
      Ik leg een hand op haar schouder. Misschien iets te hard, want ze maakt een geluidje. Nou ja, boeie.
      I put a hand on her shoulder. Maybe a bit too rough, because she makes a little sound. Oh well, whatev.

Usage notes

[edit]

The interjection is a shortened form of boeien, similar to whatev as a shortened form of whatever. The shortening is for the same reason, a way to indicate apathy.