blijeinde
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Univerbation of blij (“happy”) + einde (“end”).
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]blijeinde n (plural blijeindes, diminutive blijeindje n)
- (dated) happy ending
- 1789, Jacobus Rysdyk Takens, De hagchelijke beproeving, onbezwekene standvastigheid en godlijke uitredding, van Sadrach, Mesach en Abednego. In drie leerredenen over Daniël III, publ. by Cornelis van den Dries, page 99.
- Ziet daar het heuchelijk blijeinde van het treurig en aandoenlijk ſchouwſpel, tot het welk zij door de willekeurige heerschzucht en wreedheid van een' Afgodisch' Vorst gedoemt waren!
- See there the joyous happy ending of a sad and pathetic spectacle, to which they were condemned by the arbitrary despotic megalomania and cruelty of an idolatrous prince!
- 1866, H. A. Banning, "De heks van de Amersfoorter heide", Noord en Zuid, Vol. 5, M. H. Sermon (publ.), page 629.
- Doch het strookte niet met het plan des schrijvers op een blijeinde uit te lopen.
- Yet it does not align with the writer's plan to conclude in a happy ending.
- 1874, Marcellus Emants, “Over enige nieuwe stukken in 't afgeloopen voorjaarseizoen te Parijs opgevoerd”, in Nederlandsche kunstbode tot opwekking, aankweeking, en veredeling van den Nederlandschen Kunstsmaak en Schoonheidszin, volume 1, page 103:
- Voor een blijeinde moet hij echter vallen, doch wanneer dit door de hand van Gérard zou geschieden was het blijeinde toch gemist, daar de Fransche wet aan den moordenaar verbiedt de weduwe van zijn slachtoffer te trouwen.
- However, in order to achieve a happy ending he has to be felled, but when this would occur by Gérard's hand the happy ending were missed nonetheless, since the French law prohibits the murderer from marrying the widow of his victim.
- 1907, Henriette Roland Holst-van der Schalk, "Der vrouwen moed", Opwaartsche wegen, H.A. Wakker & Co (publ.), page 16.
- Nu staan zij, in 't blijeinde van de zege / als schuwe dieren na een lange jacht, / hun mond die lijdend zooveel leed verzwegen / verraadt het nu hij lijdend lacht.
- Now they stand, in the happy ending of victory / like timid animals after a long hunt, / their mouth that in suffering silenced so much sorrow / betrays it now it in suffering laughs.
- 1968, Jan Stroop, “Wijze en dwaze maagden bij Coornhert en De Koning”, in Jaarboek De Fonteine, page 207:
- Het lijkt me daarom verantwoord om in dit geval te spreken van een ‘blijeinde’.
- It therefore appears justified to me to speak in this case of a happy ending.
- 1789, Jacobus Rysdyk Takens, De hagchelijke beproeving, onbezwekene standvastigheid en godlijke uitredding, van Sadrach, Mesach en Abednego. In drie leerredenen over Daniël III, publ. by Cornelis van den Dries, page 99.