bijzonder

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From earlier bezonder, from Middle Dutch besonder. Equivalent to bij (nearby) +‎ zonder (without).

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /biˈzɔn.dər/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: bij‧zon‧der
  • Rhymes: -ɔndər

Adjective

[edit]

bijzonder (comparative bijzonderder, superlative bijzonderst)

  1. special
  2. unusual

Declension

[edit]
Declension of bijzonder
uninflected bijzonder
inflected bijzondere
comparative bijzonderder
positive comparative superlative
predicative/adverbial bijzonder bijzonderder het bijzonderst
het bijzonderste
indefinite m./f. sing. bijzondere bijzonderdere bijzonderste
n. sing. bijzonder bijzonderder bijzonderste
plural bijzondere bijzonderdere bijzonderste
definite bijzondere bijzonderdere bijzonderste
partitive bijzonders bijzonderders

Derived terms

[edit]

Descendants

[edit]
  • Negerhollands: buijsonder, besonders
  • Petjo: bie