bijzitster

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From bijzitten +‎ -ster.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈbɛi̯ˌzɪt.stər/
  • Hyphenation: bij‧zit‧ster

Noun

[edit]

bijzitster f (plural bijzitsters, diminutive bijzitstertje n)

  1. concubine
    Synonyms: bijvrouw, bijwijf, bijzit