bijsmaak
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From bij- + smaak. Cognate of Danish bismage, Swedish bismak, German Beigeschmack.
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]bijsmaak m (plural bijsmaken, diminutive bijsmaakje n)
- tang (extraneous flavour)
- (figurative) aftertaste