Jump to content

bewerkt

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)
  • Rhymes: -ɛrkt

Verb

[edit]

bewerkt

  1. inflection of bewerken:
    1. second/third-person singular present indicative
    2. (archaic) plural imperative

Participle

[edit]

bewerkt

  1. past participle of bewerken

Declension

[edit]
Declension of bewerkt
uninflected bewerkt
inflected bewerkte
positive
predicative/adverbial bewerkt
indefinite m./f. sing. bewerkte
n. sing. bewerkt
plural bewerkte
definite bewerkte
partitive bewerkts