beweeglijk

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From beweeg +‎ -lijk.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /bəˈʋeːx.lək/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: be‧weeg‧lijk

Adjective

[edit]

beweeglijk (comparative beweeglijker, superlative beweeglijkst)

  1. mobile

Declension

[edit]
Declension of beweeglijk
uninflected beweeglijk
inflected beweeglijke
comparative beweeglijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial beweeglijk beweeglijker het beweeglijkst
het beweeglijkste
indefinite m./f. sing. beweeglijke beweeglijkere beweeglijkste
n. sing. beweeglijk beweeglijker beweeglijkste
plural beweeglijke beweeglijkere beweeglijkste
definite beweeglijke beweeglijkere beweeglijkste
partitive beweeglijks beweeglijkers

Derived terms

[edit]