Jump to content

betuigd

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)
  • Rhymes: -œy̯xt

Participle

[edit]

betuigd

  1. past participle of betuigen

Declension

[edit]
Declension of betuigd
uninflected betuigd
inflected betuigde
positive
predicative/adverbial betuigd
indefinite m./f. sing. betuigde
n. sing. betuigd
plural betuigde
definite betuigde
partitive betuigds