betrouwbaarheidsinterval
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From betrouwbaarheid + -s- + interval.
Pronunciation
[edit]- IPA(key): /bəˈtrɑu̯.baːr.ɦɛi̯tsˌɪn.tərˌvɑl/
Audio: (file) - Hyphenation: be‧trouw‧baar‧heids‧in‧ter‧val
Noun
[edit]betrouwbaarheidsinterval n (plural betrouwbaarheidsintervallen, diminutive betrouwbaarheidsintervalletje n)